Tijdig aanmelden voor KOR per 1 januari 2025 Verwacht u dat uw jaaromzet de komende…
Voortgang rechtsherstel vermogensheffing
Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de met ingang van 1 januari 2017 geldende vermogensrendementsheffing in de inkomstenbelasting (box 3) onrechtmatig is. Inmiddels heeft de Belastingdienst de massale bezwaarprocedures tegen box 3 collectief gegrond verklaard. Wat de gevolgen hiervan zijn voor individuele aanslagen is nog onduidelijk. Er zijn 84 kamervragen beantwoord naar aanleiding van de kwestie. We geven een kort overzicht.
Uitspraak massaal bezwaarprocedures
De collectieve uitspraak op 4 februari was slechts het eerste besluit dat genomen moet worden. Er zijn nog veel uitzoekpunten waarover op een later moment besloten wordt. Het kabinet koerst op uiteindelijke besluitvorming bij de Voorjaarsbesluitvorming.
De consequentie van deze planning is helaas dat bepaalde deadlines die nodig zijn voor de uitvoering naar verwachting niet gehaald worden. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat niet kan worden voldaan aan de wettelijke plicht om uiterlijk 4 augustus, zes maanden na de collectieve uitspraak op 4 februari, rechtsherstel te realiseren voor de burgers die zijn aangesloten bij de massaal bezwaarprocedures over de jaren 2017 en 2018. Het rechtsherstel zal dan later plaatsvinden. Dit kan juridische consequenties hebben (ingebrekestelling en dwangsommen). Het kabinet is van mening dat het voordeel van zorgvuldige besluitvorming zwaarder weegt. Het voornemen is om voorafgaand aan de besluitvorming een contourennota voor de hersteloperatie met de Kamer te delen.
Gevolg voor burgers die geen bezwaar hebben gemaakt
De vraag is of het arrest ook gevolgen heeft voor burgers die geen bezwaar hebben gemaakt over de belastingjaren 2017 tot en met 2020. Voor deze groep geldt enerzijds dat hun aanslagen al definitief zijn vastgesteld. Anderzijds is het de vraag in hoeverre een beroep kan worden gedaan op ambtshalve vermindering. Op dit punt heeft de staatssecretaris van Financiën advies ingewonnen. Volgens het advies is het afwijzen van verzoeken om ambtshalve vermindering van onherroepelijk vaststaande aanslagen juridisch houdbaar.
Definitie werkelijke rendement
De Hoge Raad formuleert geen expliciete rechtsregel over de wijze waarop het werkelijk behaalde rendement moet worden vastgesteld. De vraag zou kunnen worden gesteld of het werkelijk rendement alleen het directe inkomen uit vermogen, zoals rente, dividend, pacht en huur minus kosten omvat, of ook gerealiseerde en ongerealiseerde vermogensmutaties. Hierover heeft de staatssecretaris van Financiën advies gevraagd aan een aantal externe deskundigen. Zij geven aan dat voor het rechtsherstel bij de bepaling van het werkelijke rendement tevens rekening moet worden gehouden met de waardemutaties van de onderliggende vermogensbestanddelen. Dat betekent dat ook bijvoorbeeld de koersstijging of – daling van aandelen en de toename of afname van de waarde van onroerend goed tot het rendement behoren.
Noodwetgeving
De huidige situatie is niet langer houdbaar. Dat maakt invoering van het stelsel op basis van werkelijk rendement zo mogelijk nog urgenter. Omdat dat op z’n vroegst kan per 2025, kijkt het kabinet ook naar mogelijkheden voor aanpassingen voor de tussenliggende jaren. Ook hier speelt een dilemma. Hoe groter het beroep op de uitvoering voor de hersteloperatie en de noodwetgeving voor tussenliggende jaren, hoe groter de kans op vertraging bij invoering.
Uitvoeringsaspecten
Het arrest heeft een zeer grote impact op de Belastingdienst. Allereerst staat de Belastingdienst nu voor een enorme hersteloperatie. Het rechtsherstel zal aan minimaal tienduizenden belastingplichtigen moeten worden geboden over de belastingjaren 2017 t/m 2020. En vanaf 2021 gaat het om miljoenen belastingplichtigen die conform de uitspraak van de Hoge Raad moeten worden behandeld. Deze enorme aantallen kan de Belastingdienst niet handmatig herstellen. Dat is niet uitvoerbaar.
Ook geautomatiseerd herstel vraagt veel van de uitvoering. De uitdaging zit niet alleen in de beperkingen van het huidige IV/ ICT-systeem (automatisch), maar ook bij de capaciteit om maatwerk te leveren (individuele beoordeling). Daarnaast is er bijvoorbeeld ook behandel- en toezichtcapaciteit nodig, en moet er worden ingezet op communicatie. De opties voor herstel moeten daarom zorgvuldig worden uitgewerkt en getoetst op uitvoerbaarheid.
Impact lopende processen
Het arrest is geldend recht. Daarom heeft de uitspraak van de Hoge Raad nu al impact op de uitvoeringsprocessen. Als de aangiftecampagne 2021 start op 1 maart, heeft de besluitvorming nog niet plaatsgevonden. Belastingplichtigen kunnen bij hun belastingaangifte wel gewoon hun vermogen opgeven. Er wordt gewerkt aan een ICT-oplossing waarmee in de definitieve aanslag de correcte berekening voor box 3 kan worden toegepast. Het gekozen tijdpad voor zorgvuldige en integrale afweging betekent naar verwachting dat de definitieve aanslagen voor belastingplichtigen in box 3 later dan 1 juli worden opgelegd. Hierover worden belastingplichtigen geïnformeerd.